De trein naar Groningen
Historische Verantwoording Treinsamenstellingen
Met de locomotieven SS793 en NS3744 beschikt Nienoord Spoorwegen over een 2-tal nauwkeurige replica’s van stoomlocomotieven die vroeger belangrijke treinen op het Nederlandse spoorwegnet trokken. In de loop van seizoen 2024 zullen deze locomotieven ingezet gaan worden op onze parkroute. Voorlopig zullen zij treinen trekken die bestaan uit de bestaande personenrijtuigen van Nienoord Spoorwegen.
De volgende stap is om rijtuigen te bouwen die historisch gezien passen bij de locomotieven. Voor de SS793, die gebouwd is in de toestand van 1920 is een trein voorzien bestaande uit rijtuigen die in 1920 daadwerkelijk achter deze loc dienst deden. Loc 3744 is weliswaar oorspronkelijk gebouwd in 1911, maar is gebouwd in de uitvoering waarin deze in 1932 dienst deed. Ook daar moet in de toekomst een passende trein uit 1932 achter komen. Als te zijner tijd loc NS4012 klaar is, is er ook nog een trein van kort na de oorlog voorzien, maar voorlopig richten we ons op rijtuigen voor de eerste 2 treinen.
De locomotieven van de serie SS700/NS3700 waren talrijk en reden met vele verschillende typen rijtuigen en goederenwagens door Nederland. Om tot historisch kloppende treinsamenstellingen te komen is het zaak om uit te gaan van een bestaande trein. In beide gevallen hebben we ervoor gekozen om de trein van de Randstad naar Groningen als uitgangspunt te nemen.
Route
De trein naar Groningen was een samengestelde trein met een deel dat vertrok uit Rotterdam, een deel uit de Haag en een deel dat vertrok uit Amsterdam. De delen uit Rotterdam en den Haag werden in Gouda gecombineerd en reden samen verder naar Utrecht. In Utrecht werd de loc afgekoppeld. Utrecht was (en is) een kopstation, dus de trein vertrok daar in tegengestelde richting om door te kunnen rijden naar Amersfoort. Daartoe werd er nu dus aan de andere zijde een locomotief geplaatst. Te Amersfoort werden vervolgens de rijtuigen bijgeplaatst van de trein die in Amsterdam was vertrokken. Vanaf Amersfoort reed de gehele samenstelling door tot Groningen Hoofdstation. In principe hoefden reizigers onderweg niet over te stappen.
Bepalen van de Treinsamenstelling 1920
Om de samenstelling van voorgenoemde treinen te achterhalen is het nodige historisch onderzoek uitgevoerd. In eerste instantie is gekeken naar de trein uit 1920, de beide andere treinen zijn nog niet uitgewerkt. Eén van de belangrijkste bronnen van informatie is het zogenaamde Voorschrift Personen Materieel (VPM), het document waarin vroeger per trein werd vastgelegd in welke samenstelling deze moest rijden. In deze VPM wordt gewerkt met allerlei codes. Om daadwerkelijk te komen tot de bedoelde rijtuigtypen zijn er nog wat extra stappen nodig, maar het toelichten daarvan voert voor dit artikel te ver.
De verschillende spoorwegmaatschappijen waren in 1920 nog niet gefuseerd. Wel werkten ze op steeds meer vlakken samen. Zo werd het rijtuigpark van de 4 overgebleven maatschappijen als één park behandeld, getuige het navolgende citaat uit de VPM van oktober 1920.
Op bladzijde 88 van hetzelfde voorschrift is de samenstelling te vinden van trein D 105 die rijdt van Amersfoort naar Groningen. Bovenaan is aangegeven vanaf welk station elk treindeel is vertrokken, onderaan wat de bestemming is. Ook is te zien uit welke rijtuigtypen (hierna categorieën) de trein is samengesteld en in welke volgorde de rijtuigen liepen.
Onze 1920 trein bestaat dus uit rijtuigen van de categorieën: Dd, Cd, ABdb, R en PIV.
Onze spoorbaan en de exploitatie lenen zich niet voor treinen langer dan 7 rijtuigen. Een ander punt is dat postrijtuigen altijd als eerste rijtuig in de trein vervoerd werden. Omdat wij echter op station Nienoord Zuid moeten kopmaken, wordt het wel erg omslachtig om steeds een postrijtuig te moeten omrangeren. Er moeten dus wat concessies worden gedaan.
De beoogde treinsamenstelling voor de 1920 trein wordt daarom:
Dd – Cd – ABdb – R – ABdb – Cd – Dd
Het postrijtuig laten we in eerste instantie achterwege.
Het feit dat in deze trein zowel voorop als achterop een bagagewagen liep komt goed uit. In de 20er jaren waren de rijtuigen nog van hout. Voorschrift was dat om veiligheidsredenen in het voorste rijtuig geen passagiers vervoerd mochten worden. Daarom liepen de bagagerijtuigen normaal gesproken direct achter de loc. Doordat nu het voorste en het achterste rijtuig een bagagerijtuig betreft kunnen we dus zonder veel belemmeringen kopmaken op station Zuid.
Binnen een categorie kunnen meerdere typen rijtuigen voorkomen, soms afkomstig van verschillende spoorwegmaatschappijen. In ons geval de vooral Staatsspoor en HSM.
Bagage rijtuigen Dd
De bagagerijtuigen met de aanduiding Dd behoren tot een verzameling 4-assige wagens die is samengesteld uit 3 typen.
Maatschappij | Nummers | Aantal beschikbaar in 1920 |
SS | D501 – D505 | 5st. |
HSM | D2805 – D2811, D2817 – D2819 | 10st. |
HSM | D2812 – D2816, D2820 en D2821 | 7st. |
Voor onze 1920-trein is één rijtuig SS D501-505 en één rijtuig HSM D2812-2816 voorzien.
Rijtuigen 3e Klasse Cd
De 3e klasse personenrijtuigen met de aanduiding Cd betreffen:
Maatschappij | Nummers | Aantal beschikbaar in 1920 |
SS | C501 – C526 | 26 st. |
HSM | C1851 – C1864 | 14 st. |
Voor onze 1920-trein zijn 2 rijtuigen uit de staatspoorserie C501 – 526 voorzien.
Rijtuigen 1e en 2e Klasse ABdb
De rijtuigen 1e en 2e klasse personenrijtuigen met de aanduiding ADbd betreffen:
Maatschappij | Nummers | Aantal beschikbaar in 1920 |
SS | AB101 – AB116 | 16 st. |
Voor onze 1920-trein zijn 2 rijtuigen uit de staatspoorserie AB101 – 116 voorzien.
Restauratie
De restauratierijtuigen werden niet gesteld door de NS maar door de Compagnie Internationale des Wagon Lits (CIWL) uit Oostende. In Nederland werden rijtuigen ingezet uit 4 verschillende serie's; 1679 - 1682 en 1698 - 1705 uit 1906 de de serie's 1823 - 1828 en 1860 - 1865 uit 1908. Al deze rijtuigen waren van hetzelfde ontwerp, gebouwd door: Van der Zypen & Charlier in Keulen en voorzien een teakhouten buitenbekleding. Bijzonder aan deze rijtuigen was dat ze 3-assige draaistellen hadden wat zorgde voor een lagere aslast en naar verluid ook een rustiger loop.
Volgens de Winterdienstregeling van de CIWL, ingaande in oktober 1920 werden tussen Groningen en Amsterdam ingezet:
Maatschappij | Nummers | Aantal beschikbaar in 1920 |
CIWL | 1682 en 1702 | 2 st. |
Bepalen van de Treinsamenstelling 1932
De treinsamenstelling voor de trein van 1932 is nog niet bepaald. Dit deel zal later worden toegevoegd.
Wel is er al besloten tot de bouw van een 2-tal stalen bagagerijtuigen uit de serie NS6061 – 6100. Deze rijtuigen waren de eerste gelaste rijtuigen die de NS liet bouwen en staan ook wel bekend als stalen-D. In eerste instantie zullen deze rijtuigen samen worden ingezet in de treinen achter locomotief NS3744, te zijner tijd zal één van deze wagens worden gebruikt in de naoorlogse trein voor loc NS4012.